Fietslessen voor Oekraïense vluchtelingen
Geplaatst op: 25 november 2022
Door Saskia Groeneveld - ´S-PORT Gemeente 's-Hertogenbosch
Eind februari 2022 startte Rusland de oorlog in Oekraïne. Veel Oekraïners vluchtten naar het buitenland, zo ook naar Nederland. Nederland ontving tot nu toe ongeveer 76.000 vluchtelingen. Een groot deel van deze groep bestaat uit vrouwen en kinderen.
De eerste vluchtelingenopvang in Nederland werd geopend op 1 maart 2022 in Amsterdam. Hierna volgden er vele andere opvanglocaties, waaronder ook een locatie aan de Bruistensingel en aan de Hervensebaan in ’s-Hertogenbosch. Nadat er vanaf begin maart met man en macht gewerkt was om een oud kantoorpand om te vormen naar opvanglocatie, konden hier medio maart de eerste vluchtelingen terecht.
Behoefte aan fietsles
Naast het voorzien in de eerste levensbehoeften zoals onderdak en voedsel, werden ook andere ‘leefzaken’ geregeld, zoals een huisarts en apotheek, onderwijs en sportaanbod. Ook de behoefte aan sport en bewegen was groot. Medewerkers van ´S-PORT, een initiatief van de Gemeente ’s-Hertogenbosch, organiseerden het sportaanbod.
Hanneke, sportconsulent ´S-PORT: “Nadat de Oekraïense vluchtelingen een beetje in hun nieuwe woonomgeving geland waren, kwamen we er al snel achter dat zij behoefte hadden om te bewegen. Eén specifieke vraag sprong er uit. Dit was de vraag naar fietslessen. Iets dat voor ons Nederlanders de normaalste zaak van de wereld is, maar in Oekraïne helemaal niet zo vanzelfsprekend.”
Bij de Bruistensingel hadden zich in die periode ook diverse vrijwilligers aangemeld. Allemaal mensen uit onze eigen gemeente, die iets wilden betekenen voor de mensen die hun thuisland hals over kop verlaten hadden. Zij meldden zich bij Simon, die als sociaal woonbegeleider werkzaam is op de opvanglocaties Bruistensingel en Hervensebaan. “Simon kwam met de vraag over fietslessen bij mij.”, vertelt Hanneke. “Een mooie vraag, vonden ook wij bij ´S-PORT. Met elkaar maakten we een plannetje. Er ontstond een groepje van vier vrijwilligers dat daadwerkelijk met de fietslessen aan de gang ging. Dit waren Tom, Jan, Ben en Sytze. Zij werden ondersteund door twee woonbegeleiders.”
Hoe leer je iemand fietsen?
Hanneke: “Fietsen. Iets wat wij op de automatische piloot doen. Maar hoe geef je eigenlijk een goede fietsles aan iemand die nog nooit gefietst heeft? Om de heren de juiste handvatten te geven, schakelde ik de Fietsersbond in. Op een zaterdag gaven zij een cursus ‘Fietsles geven’. De mannen leerden de fijne kneepjes van het fietsles-geef-vak. Hierna konden zij zelf aan de slag!”
“Het was een reis van ontdekkingen.”, aldus Ben. “We hebben letterlijk zelf het wiel moeten (uit)vinden. Bij de start hadden we niet genoeg fietsen, dus die hebben we van verschillende plekken moeten halen. Het eerste werk: de fiets controleren en zo nodig wat sleutelen zodat hij veilig de weg op kon. Dit waren de praktische ontdekkingen.” Wat echter nog veel meer ontdekken was, was de doelgroep met wie de heren te maken hadden. Vluchtelingen uit oorlogsgebied, heel hun hebben en houden achtergelaten en nauwelijks een woord Engels sprekend.
“We moesten terug naar de basisbeginselen. Om structuur aan te brengen, maakten we een spreadsheet. Op deze lijst stonden alle basisbeginselen van het fietsen netjes onder elkaar. Per deelnemer hielden we bij wat diegene wel of nog niet kon, of waar extra aandacht bij nodig was. Zo wisten we bij de vervolgles waarop we moesten letten. Er ontstond een heus leerlingvolgsysteem, compleet met verslagjes per deelnemer.”, vertelt Tom.
En zo begonnen ze. Maandag – donderdag – maandag – donderdag. Het groepje fietsdocenten was continu met elkaar in overleg en zo kreeg elke fietsdocent zijn eigen takengebied.
Jan: “De redenen waarom men wilde leren fietsen, waren verschillend. Bij de één was het antwoord simpel: ik wil gewoon leren fietsen. Punt. De ander maakte deze keuze heel bewust, omdat hij of zij naar het werk wilde fietsen of de kinderen naar school wilde brengen. Ook kwamen we erachter waarom er zo’n verkeersvaardigheidsachterstand is in Oekraïne. Nederlandse kinderen nemen vanaf 6 of 7 jaar al deel aan het verkeer. Op jonge leeftijd leren zij fietsen. In Oekraïne zitten ze tot ver in de tienerjaren in de bus om naar school te gaan. Kinderen en jongeren leren het verkeer niet kennen. Dat komt pas als ze rijlessen krijgen. Beide landen hebben gelukkig wel dezelfde verkeersregels, wat het dan toch een beetje makkelijker maakt.”
Met handen en voeten
De deelnemers begonnen op nul. De taalbarrière maakte dit extra uitdagend. De heren spraken geen Oekraïens en de deelnemers geen of minimaal Engels. Met handen en voeten gaven ze de instructies. Ze startten met kleine rondjes op de parkeerplaats. Pas als de fietsdocenten ervan overtuigd waren dat het veilig was om de openbare weg op te gaan, gingen ze de weg op. Wanneer het lukte om balans te houden en bochten te fietsen, verscheen bij de deelnemers een grote glimlach. Dit waren de meest glorieuze momenten. Jan vertelt lachend: “Toen een deelnemer voor het eerst zelfstandig op de parkeerplaats fietste, moest en zou er een selfie met mij gemaakt worden. Daarna moest ik hem filmen, zodat hij dit filmpje naar zijn moeder kon sturen die was gevlucht naar Azerbeidzjan. Apetrots was hij!”
Een ander mooi verhaal is dat van een Oekraïense dame. Jan: “Ook zij had nog nooit op een fiets gezeten. Soms was zij aanwezig en soms was ze ineens weer een tijdje weg. Toen ze terug was, was ze vastberaden; ze moest en zou leren fietsen. De reden: ze had een baan gevonden, 6 kilometer verderop. De eerste weken waren haar benen bont en blauw van de trappers die ze er steeds tegenaan kreeg. Maar na een tijdje met vele uren oefenen was ze er klaar voor om zelfstandig het verkeer in te gaan. Ik ging toen met haar mee en we reden de route naar haar nieuwe werk. 6 kilometer heen en 6 kilometer terug. En dat ging goed! Later vonden we voor haar een eigen fiets, waardoor ze nu elke dag zelfstandig naar haar werk kan. Fantastisch toch?!”
Welkom in de ‘matrassenkamer’
Als laatste nemen we nog een kijkje in de ‘matrassenkamer’. Hier staan tussen de matrassenvoorraad alle lesfietsen gestald, veilig achter slot en grendel. “Dit is wel nodig.”, vertelt Tom. “Een deel van de gebruikers van door de gemeente beschikbaar gestelde deelfietsen vonden al snel hun maniertjes om zich de fietsen subtiel (ventielen loshalen) en minder subtiel (overspuiten) toe te eigenen. Om te zorgen dat er geen fietsen kwijtraken, plaatsen we ze in een veilige ruimte. Dit is ook de plek waar we sleutelen, banden plakken, controleren en opknappen.”
Vergeet niet naar elkaar om te blijven kijken
De animo voor de fietslessen is helaas afgenomen. Toch zien de heren dit niet als iets verkeerds. "De mensen die wilden leren fietsen, kunnen dit nu." Op dit moment worden de fietslessen individueel op aanvraag nog aangeboden. De heren zijn in ieder geval erg blij dat ze op deze manier hun steentje konden bijdragen. Het is een mooi voorbeeld van hoe de gemeenschap met elkaar de handen uit de mouwen steekt voor mensen die dit nodig hebben. Laten we dit dus vooral niet vergeten te blijven doen!
Heb je na het lezen van artikel vragen over de fietslessen? Of wil jij zelf je handen uit de mouwen steken en iets (actiefs/sportiefs) betekenen voor de Oekraïense vluchtelingen? Neem contact op met Hanneke van Dillen.