Shuttle run test in de praktijk

Een kort voorbeeld van de eerste verandering in de praktijk en wat dat opleverde. We kennen allemaal de “piepjestest” en de weerstand die het soms met terugwerkende kracht oproept.

Het gaat over een ‘drie vakken les’.

  • Het doel: iedereen haalt trap 10. Je mag jezelf uitdagen welke afstand je gaat lopen. Ik plaatste pionnen bij 10, 12, 14, 16, 18 en 20 meter. De andere vakken waren voor andere spelletjes. Dat betekent dat er niemand stil zit tijdens de hele les. De groepsindeling was willekeurig. De leerling mag wisselen van lijn voor meer uitdaging (afstand vergroten) of bij vermoeidheid (afstand verkleinen).
  • Aanpassing: Vak 1 voor de shuttle run test, daardoor was 1/3 van de zaal (over de hele lengte) in gebruik.
  • Resultaat: iedereen heeft trap 10 gehaald!
  • Conclusie: Door de shuttle run op een andere manier aan te kleden valt de groepsdruk weg. Er zit niemand te kijken langs de kant en iedereen bepaalt zijn eigen afstand.

Het verhaal van één kind eruit

In dit geval gaat het om een jongen met overgewicht die bij een shuttle run in klassieke vorm trap 1 van 10 haalde. We veranderden wat in de communicatie vooraf door aan te geven dat we als groep allemaal trap 10 gaan halen. De opzet werd aangepast van standaard 20 meter naar 20/18/16/14/12 meter. Daarbij mochten de kinderen zelf de afstand inschatten zodat ze het konden halen. Zo ontstond er iets fantastisch. De succesbeleving was voor iedereen enorm.

De jongen die voorheen gefrustreerd uitviel en daarna langs de kant stond te kijken, mocht nu zelf inschatten wat haalbaar was en waardoor de kans op succes groeide.

De gymdocent vertelt:
“C. is het minst vaardige kind bij mij op school. Om een beeld te schetsen; hij durft niet zelfstandig over een normale bank te lopen en in het wandrek durft hij alleen op de onderste trede te gaan staan. C. liep bij de traditionele shuttle run test nooit meer dan trap 1. Vandaag heeft hij trap 10 gehaald en is nog nooit zo trots op zichzelf geweest! C. bepaalde ook zijn eigen afstand en dat komt erop neer (als we dat omrekenen naar de klassikale variant waar van gele lijn naar gele lijn gelopen wordt) dat hij nu trap 5 gehaald heeft. Dat is vijf keer zo ver als hij ooit eerder liep, want dan gaf hij op bij trap 1. Mede door de variant van de shuttle run test in 1/3 van de zaal werd het doel een groepsdoel. Iedereen was blij voor elkaar, want iedereen heeft hetzelfde doel bereikt en toch gelopen op eigen niveau.”

Dit klinkt als een simpele en logische aanpassing. Voor de docent een kleine stap met minimale inspanning. Voor het kind een wereld van verschil! Grensverleggend bezig geweest, enorme succesbeleving en mee kunnen met de groep! Dat is nog eens persoonlijke ontwikkeling stimuleren!

Vanuit onze visie is kwaliteit een belangrijke factor, ik schreef daar eerder over in mijn column. Kinderen duurzaam leren bewegen staat voorop! Maar hoe doe je dat het beste? Hoe pas je oefenstof aan naar je de meest vaardige kinderen maar vooral ook naar de minst vaardige kinderen? Wat hebben we nodig om de kwaliteit te verbeteren maar ook te waarborgen?

Onze lessen zijn al van hoog niveau maar ook wij kunnen verbeteren en vernieuwen? Sterker nog, het is nodig om vooruitgang te blijven boeken!

Contact

Kees Akerboom

Teamleider Sport en Bewegen Kids

T. 06 53 79 78 89

k.akerboom@s-hertogenbosch.nl